Blind

Vanmiddag kon ik het parkeerterrein niet af. Meteen aan de andere kant van de slagboom stond een taxi geparkeerd met twee deuren open. De chauffeuse was uitgestapt. Ze liep in alle rust, stap voor stap, vanachter de auto zodat ik haar beter kon zien. Ze glimlachte.

 

Zorgzaam

Ik kon nu ook haar passagiers zien. De een was een oudere man, die aarzelend liep. Even dacht ik dat hij slecht ter been was, totdat ik het tik tik tik tik hoorde van zijn blindegeleide stok. Je kon zien dat hij uiterst geconcentreerd aan het luisteren was. Het was strak in pak en zijn aftershave kon je ruiken.

 

De andere passagier liep naast de chauffeuse. Ze liepen arm in arm. Stevig gearmd, zodat de stof van hun jassen stevig tegen hun ellebooghuid moest duwen. En dat terwijl het zonnetje toch ook al warm aanvoelde. De dame leek ook blind of zeer slechtziend te zijn. De chauffeuse leidde haar met zorg voor de slagboom langs, langs de groene haag en om de grote spar richting het gebouw. Ze nam alle tijd te nemen. Ik draaide onderhand mijn raam verder open, zodat ik de wind verkoelend op mijn huid kon voelen. Dit kon wel even duren. In de verte hoorde ik wat vogeltjes.

 

Samen

Het viel uiteindelijk mee, want de chauffeuse riep tegen de meneer: “Meneer, meneer, neemt u mevrouw mee? Ik moet zo weer verder en kan niet het hele eind verder lopen. Wacht even, dan loop ik naar u toe. Het is maar een paar passen.” De man bleef stil staan en het was even een wirwar van armen. Toen nam de man rustig de arm van de dame. Een lach kwam op zijn gezicht. Hij leek de vrouw aan te kijken. Samen zetten ze wat stappen verder. Ik keek ondertussen hoe de chauffeuse weer richting de taxi stapte. Ik zette de auto onderhand in de versnelling.

 

Plots hoorde ik: "Oh, oh .. .een paal... Oeps.” Het werd gevolgd door beschaafd gegniffel en onhandig geschuifel. Het echtpaar was tegen de paal aangelopen van een overkapping. Ze konden er samen om lachen.

 

Eigen wereld

Wat later keek ik in mijn spiegel en zag ik ze samen verder lopen, de straat in. In hun eigen wereld. Voor me reed de taxi weg en was het plein weer leeg. Vierkant, schoongeveegd, netjes aangelegd met klinkerpatronen in het midden en perkjes aan de zijkant, wachtend op de volgende gebeurtenis. Dat alles ziet een blinde niet.

 

Ik werd er stil van.

En vroeg me af. Waar ben ik blind voor? Wat, welke dingen zie ik niet? Ook al heb ik goedwerkende ogen?

 

Mijn mijmeringen werden ruw onderbroken door getoeter van de auto achter mij.

 

Waar ben jij blind voor?

De mening van anderen

Bij het introduceren van iets nieuws ervoer ik vaak angst en soms onzekerheid. Meer dan wat ik een gezonde dosis zou noemen. Ik neem aan dat ik niet de enige ben. Vaak vroeg ik me af: ‘Hoe zullen anderen reageren, hoe zullen ze me beoordelen, zal iemand het nieuwe ontwerp leuk vinden, zullen mijn collega’s het voordeel van de verandering begrijpen?’ Maar niet meer, ik trek nu een duidelijke ​​grens.

Vorige maand besloot ik een lezing te houden in de buurt omdat het is wat ik leuk vind en om terug te geven aan de maatschappij. Ik zag het al helemaal voor me om er maandelijkse lezingen van te maken in het gastvrije gezellige cafe. Tegelijkertijd herinnerde een kleine stem me eraan om me eerst te richten op een succes maken van deze eerste lezing. En waarom zou het geen succes zijn?

Maar wat als er niemand op kwam dagen? Onmiddellijk ervoer ik teleurstelling, ik voelde dat ik dan gefaald had en mijn eerste, dramatische reactie was om op te geven. Dat op zijn beurt vond ik nogal kinderachtig van mezelf. Het observeren van deze tegenstrijdige gedachten bracht me uiteindelijk ertoe om te vragen of het eerlijk was om het aantal deelnemers te gebruiken als maatstaf voor succes. Nee, dat is het niet, realiseerde ik me.

We hebben geen controle over de beslissingen van anderen. We weten het allemaal, maar ik was het in mijn zenuwachtigheid vergeten. Hoeveel toehoorders er komen ligt dus buiten mijn macht. Ja, ik kan ze vertellen over mijn lezing en wat het ze brengt, maar daar, realiseerde ik me, houdt mijn ‘baan’ op. Zij kiezen, gaan of niet, en kunnen tot op het allerlaatste moment hun gedachten veranderen vanwege het weer, een lange dag op kantoor, een ziek kind, voorkeur voor een ontspannen nacht thuis, enz.

De mening van anderen. Op een zelfde manier kon ik ook niet bepalen hoe de aanwezigen de presentatie hebben ervaren. Het hangt af van hun gedachtengang op het moment, eerdere ervaringen, verwachtingen en zo veel meer: ​​het comfort van de stoel, het gedrag van de rest van het publiek, hoe ze mijn woorden interpreteerden, hoe ze de koffie vonden, stress van het werk, zorgen over de kinderen thuis, keuze van mijn kleding die hun afleidde, … Wat lag er wel binnen mijn invloedssfeer? Op tijd zijn, de deur ontgrendelen en zo goed mogelijk presenteren.

Het leven wordt simpel als ik mijn werk (en mate van succes) beperk tot alleen de dingen die ik kan beïnvloeden. De mening (en het gedrag) van anderen is wat het is: inzichtelijk, misschien nuttig, maar zeker geen betrouwbare indicator van mijn prestaties. Ook lijkt het me wel zo ook eerlijk; waarom zorgen maken, piekeren, nadenken over dingen die je niet kunt beheersen? Het verschuift de focus naar wat ik kan en het zo goed mogelijk doen. Het geeft kracht en maakt tegelijkertijd deemoedig.

Opruimtijd?

Als ik mijn puppy uitlaat, besef ik hoe gemakkelijk ze me in het hier en nu houdt. Voordat ik het weet, heeft ze opnieuw een stuk plastic gevonden, een leeg blikje, een sigarettenpeuk, een voedselverpakking, of haar favoriet van allemaal, een weggegooid papieren zakdoekje. Zo snel als ik kan, doe ik haar mond open om te proberen het eruit te halen. Verbazingwekkend, hoe snel het papieren zakdoekje in haar mond en mijn vingers verandert in een kleffe brij. Oh, en ik heb het op gegeven om kauwgom af te pakken, een andere van haar favorieten dat ze met gemak van het trottoir lospeutert. Ze slikt het supersnel door. Ze zal wel van de verschillende smaken houden.

 

Aanvankelijk was ik geïrriteerd door al het afval op de stoep en onder de struiken.

Toen besefte ik dat het alleen maar was omdat ik een puppy had, dat ik er geïrriteerd raakte. Ik had het afval namelijk eerder niet opgemerkt en zou gemakkelijk gezegd hebben dat de straten vrij schoon zijn waar ik woon.

Dus besloot ik om mijn hond te trainen: geen straateten tijdens het lopen. Probleem opgelost. Tenminste, als ik slaag.

Maar toen besefte ik dat als anderen geen afval op straat zouden gooien, ik mijn hond niet hoefde te trainen ...

En plotsklaps dacht ik ook aan de vogels en andere dieren. Wat als ze gewond zouden raken door het eten van plastic, peuken en kauwgom? Ze hebben geen persoon om hen te helpen.

Dus nam ik me voor om een ​​plastic zak mee te nemen tijdens mijn wandelingen, zodat ik afval op kan pikken voor een schoner milieu.

En ik besefte dat ik het ook moest doen.

  • Omdat ik een week geleden zag hoe kleine stukjes uit mijn vuilnisbak vielen toen het in de vrachtwagen werd geleegd. Ik ga ervan uit dat het vaker is gebeurd.
  • Toen ik gisteren mijn autoruit opende, vloog er een bonnetje uit. Geen kans om het op te pakken, al 120 km / u op de snelweg rijdend.
  • En in mijn tienerjaren, ...

Dus, het is opruimtijd voor mij! Het goedmaken van de keren dat ik dat niet deed. En een deel ervan heb al veel te lang uitgesteld.

 

Het mobiele tijdperk; wat volgt erna?

Stel je voor ... enkele tientallen jaren in de toekomst ... en je leest onderstaande artikel. Ik kwam het artikel tegen in een tekstboek en vond het een slim gevonden spiegel. Ik vroeg me ook af wat de mobiele telefoon zal vervangen. Welke functies zullen we behouden? Waarom juist die?

De geschiedenis van de mobiele telefoon

Zoals u zich misschien herinnert, hebben wij vele jaren geleden op onze mobiele telefoons ge'sms'ed. Nadat je je telefoon had terug gevonden (hij was tenslotte gemakkelijk te verliezen of te misplaatsen), gebruikte je je vingers om een ​​bericht in een klein venster te typen. Het kwam vaak verkeerd over omdat de toetsen kleiner waren dan onze vingers. Klinkers weglaten, korte code of emoticons gebruiken bespaarde tijd.

Aanvankelijk had je geen idee of het bericht de beoogde ontvanger had bereikt en of hij het had gelezen. Later werd een dienst geïntroduceerd om dit te checken, hoewel sommige mensen dachten dat het te privacy gevoelig was. Sms'en kostte tijd, en mensen liepen het risico om RSI-klachten te krijgen. Om typen te besparen, werd het verzenden van opgenomen audio berichten, foto's en video's mogelijk gemaakt.

Toen kwam de uitvinding van de telefoon, waarmee mensen konden spreken en gesproken konden worden. Niet langer was er de noodzaak voor het langdurige, soms onbetrouwbare proces van typen, verzenden, wachten, lezen, typen, verzenden etc. Kort daarna werd sms'en dan ook verleden tijd. Bovendien verlangden mensen naar een telefoon die ze niet konden verliezen en de briljante 'immobiele telefoon' werd uitgevonden: een telefoon met een draad die aan een muur was bevestigd, zodat deze altijd op dezelfde plaats was. Volgens een bekende historicus was het een van de grote doorbraken in deze tijd. Voor het eerst konden mensen telefonisch spreken zonder zich zorgen te hoeven maken over het verliezen van hun telefoon of over een lege batterij.

Mensen ervoeren een gevoel van vrijheid omdat ze zich vóór de immobiele telefoon aan hun mobiele telefoon hadden 'vastgeketend'. Ze hadden het gevoel dat ze niet weg konden zonder de mobiele telefoon, het een noodzaak was om het mee te nemen tijdens een wandeling, naar de winkel, en zelfs overal in huis. (Het aantal telefoons dat verdronk in de badkamer ...) Mensen liepen zelfs er mee rond op hun hoofd. De immobiele telefoon maakte het voor de allereerste keer mogelijk om te ontspannen en even los te koppelen van alles.

Daar bleef het niet bij, zoals je weet. Veel wetenschappers werkten aan een mogelijkheid om met een ander mens te praten zonder de noodzaak van een machine. En ja hoor, het kwam er: de ontdekking van een face-to-face gesprek. Het was een geschenk: de mensheid kon met elkaar praten zonder apparaten en gadgets nodig te hebben, geen afhankelijkheid van batterij en ontvangst. Het telefoonvrije gesprek voelde aanvankelijk vreemd aan, maar nu willen mensen het niet op een andere manier.

-----

De bovenstaande tekst is een vertaling van aangepaste versie van een tekst in Cambridge English, Objective Advanced, Student's Book, O'Dell and Broadhead, 4th edition.

 

Voelen als een miljonair?

Ooit wel eens willen voelen hoe het voelt om zelf miljonair te zijn? Doe dan het volgende:

  • Neem even de tijd en merk hoe je je nu voelt.

 

  • Waar voel je je ontspannen in je lichaam?

 

  • Waar in je lichaam voel je je gespannen, bemerk je blokkades?

 

  • Welke woorden zou je gebruiken om je emoties nu te beschrijven?

 

  • Ben je optimistisch of pessimistisch? Voel je je zeker of onzeker?

 

Hoe je je nu voelt, is precies hoe je je als miljonair zou voelen.

Althans volgens Micheal Neill in zijn blog, waar hij de oefening introduceert, en ik ben het met hem eens. “We voelen onze banksaldo niet – we voelen ons denken, van moment tot moment.” Hij legt uit dat ons inkomen geen invloed heeft op ons “aangeboren welzijn en vermogen tot vreugde en verdriet, zekerheid en onzekerheid”. Als we dit beseffen, maken we ons minder zorgen, waardoor er meer ruimte is om risico’s te nemen en kansen te zien om (meer) geld te verdienen.

Ik zou zeggen dat het niet alleen van toepassing is op ‘miljonair zijn’, maar ook op ‘de ideale baan hebben’, of ‘een lange termijn relatie vinden’, of ‘succesvol zaken doen’.

Eens of oneens?

Is een fout goed of slecht?

Als we een fout herhalen, is het geen fout meer; het is een beslissing. - Paulo Coelho

Wanneer ik het bovenstaande citaat lees, komt het gezegde 'Een stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen' direct boven. Als kinderen gaf het ons een excuus om elkaar te plagen als iemand een fout herhaalde. "Ha ha, je bent blijkbaar dommer dan een ezel." Het verbaast me nog steeds hoe wreed we tegen elkaar waren. Terugkijkend, kan ik zien dat het tenminste een doel diende: het bereidde ons goed voor op onze samenleving die gefocust is op fouten zoals de onderstaande clip zo duidelijk illustreert.

 

Samenleving

Waarom is de maatschappij zo gericht op fouten? Houden we het opzettelijk in stand, is het onze aard, de beste manier om te ontwikkelen? Waarom de behoefte om te bekritiseren? Waarom de wens om iemand te kleineren? Om de betere persoon te zijn en te denken dat je de ander moet helpen en op zijn of haar tekortkomingen moet wijzen? Waarom concentreren we ons niet op wat goed is gegaan? Waarom kunnen we de ander niet de ruimte geven voor zijn ontwikkeling in eigen tempo? Is het omdat we allemaal onzeker zijn, wat we overwinnen door onze kennis en vaardigheden ten koste van de ander te laten zien? Of is het omdat we er wonden van hebben opgelopen in onze jeugd en nu is het onze tijd, als volwassenen, om het andere uiteinde van de stok vast te houden?

Heb je deze oefening ooit geprobeerd? 

  • Schrijf de exacte tijd op, elke keer dat je iemand corrigeert.
  • Kijk aan het einde van de dag en / of week terug op je aantekeningen.
  • Reflecteer, wat zie je? .
    • Hoeveel van je tijd besteed je aan het wijzen op fouten? Wat verbaast je erover? Is het meer of minder dan wat je wilt?
    • Hoeveel van je dag bevat blijkbaar geen fouten waarvan je vindt dat ze verholpen moeten worden ? Hoe bewust ben jij van alle dingen die goed gingen? Heb je de persoon ervoor geprezen, ben je er dankbaar voor?
  • Wees een dag je bewust van je negatieve opmerkingen. Voordat je er één zegt, vervang je deze door een opmerking over iets dat wel is gelukt, iets positiefs in dezelfde situatie / persoon. Welk verschil merk je in jezelf en de ander?

Inspiratie

Ik herinner me nog steeds hoe verloren ik me de eerste keer voelde toen een van mijn bazen alleen positieve feedback gaf. Aanvankelijk voelde ik me erg tevreden; blijkbaar had ik het goed gedaan, ook al was de baan en industrie nieuw voor mij. Maar het gevoel duurde niet lang. Onzekerheid; wat betekende het dat mijn fouten niet genoemd werden? Ik moest toch echt een paar beginnersfouten hebben gemaakt. Ik vertrouwde mijn baas niet langer. Had ik zulk slechte werk geleverd dat het zelfs niet de moeite waard was om verbeteringen aan te geven? Ik besloot om terug te gaan en het hem te vragen. Mijn baas legde uit dat hij tevreden was met mijn prestaties, ik had al veel geleerden dat moest gevierd worden. En ja, er waren dingen die anders gedaan hadden kunnen worden. Maar van die dingen zou niemand doodgaan. Je gaf het beste wat je had. Je zult ontdekken waar en hoe je kunt verbeteren. Dacht je dat ik vlekkeloos werk heb geleverd toen ik begon? Of nu?

Zijn advies was duidelijk: Je hoeft er geen negatieve aandacht op te vestigen of ze fouten te noemen. Als je iets wilt leren, stel ik voor om mogelijkheden te creëren om met anderen uit te wisselen hoe ze dingen doen / hebben gedaan. Bekijk waar, hoe, en waarom het verschilt van het jouwe en gebruik deze kennis om je te inspireren in je volgende project.

 

Bewijsmateriaal

Het laten van boeren is ongepast in de westerse samenleving, maar als je het na een maaltijd in China hebt gedaan, geef je juist aan dat het je gesmaakt heeft. Tot iemand de twee spelfouten in je lange technische document opmerkt, is het foutloos of niet? Ik weet niet of Shakespeare hierin helpt: "Niets is goed of slecht, maar denken maakt het zo" Ik denk, dat wat wij een fout noemen niets meer is dan een teken wat aangeeft dat iets niet past in het (geloof)systeem. Of het nu je eigen geloofssysteem is, van iemand anders, van een organisatie of van de samenleving. Het is gewoon een discrepantie die laat zien dat er ruimte is om te onderzoeken, te leren, wat op zijn beurt kan leiden tot nieuwe kennis, vaardigheden of ander gedrag (van jou of het systeem).

Als we een fout herhalen, is het een beslissing. Dat ben ik met Paulo Coelho eens. Vertrouwend dat we allemaal, op elk moment, het beste doen, zie ik dat we blijkbaar (on)bewust besloten dat die extra fout ons het missende bewijsmateriaal levert voor ons onderzoek naar het specifieke geloofssysteem en onszelf.

 

Verdere vragen

  • Zijn fouten een menselijke uitvinding?
  • Bestaan fouten in de natuur?
  • Zo ja, waar en hoe gaat de natuur daarmee om?
  • Zo nee, waarom niet?
  • Hoe zou de samenleving er uitzien als er geen fouten zouden zijn?

Liegen

Een vader had zijn zoon de auto gegeven en hem opgedragen om de auto naar de garage te brengen. “Terwijl je wacht, mag je naar de film gaan,” voegde de vader eraan toe, “maar zorg ervoor dat je me om vijf uur ophaalt.” “Prima,” was het antwoord.

Nadat de zoon de auto weer had opgehaald, ging hij naar de bioscoop. Na het bekijken van de eerste film besloot hij zijn vader ongehoorzaam te zijn en naar nog een film te kijken. Het zou betekenen dat hij zijn vader pas om zes uur kon ophalen. Tijdens de rit naar huis hing er een ongemakkelijke stilte in de auto totdat de vader vroeg: “Waarom was je zo laat?”

“De auto was nog niet klaar.”

“Stop de auto.”

“Waarom papa?”

“Ik loop de rest van de weg. Ik moet nadenken. Ik heb gefaald als vader. Ik heb een zoon die liegt. Toen ik de garage belde, vertelden ze me dat je de auto uren geleden had opgehaald.”

De jongen wilde zijn vader niet alleen laten en reed tijdens de vijf uur lange wandeling steeds vlak achter zijn vader.

------- uit The difference you make, Pat Williams

Jaren geleden toen ik het verhaal las, maakte het indruk. De details vergat ik, maar de moraal bleef me bij: wanneer een kind zich niet gedraagt ​​(zoals verwacht), heeft het blijkbaar niet geleerd (of je hebt het kind niet verteld) hoe dit te doen. Onlangs was ik blij om het weer tegen te komen. Ook deze keer werd ik geraakt door de schoonheid van een vader-zoon relatie. Wat een impact hebben we toch op het leven van een kind, gewoon door ons gedrag.

 

Bovendien vroeg ik me af

  • Hebben we het als ouders slecht gedaan als een kind liegt?
  • Is het een natuurlijk onderdeel van het groeiproces dat een kind soms liegt of zich ongepast gedraagt ​​(in onze ogen)?
  • Wie draagt ​​de verantwoordelijkheid voor de leugens? Het kind of de vader?
  • Waarom liegt iemand?

 

Ooit zei iemand dat je steelt wanneer je liegt. Je ontneemt de ander de waarheid. Je liegt om die ander te beschermen omdat je ervan uitgaat dat de andere persoon de waarheid niet aankan. Het besef dat ik door liegen een dief zou zijn, motiveert mij om eerlijk te zijn in die situaties waarin ik in de verleiding kom een ​​leugen te vertellen.

Trouwens, wie zijn wij om te beslissen dat iemand de waarheid niet aankan? Liegen we niet gewoon omdat we bang zijn voor de gevolgen voor onszelf als we de waarheid zouden vertellen?

Buiten-binnen of binnen-buiten?

Portrait Session with a Twist: de video laat zien hoe aan zes fotografen wordt gevraagd om een ​​portret van dezelfde man te maken. Ieder krijgt een ander verhaal over hem te horen. Het is niet verrassend dat de resulterende portretten anders uitpakken. Het laat duidelijk zien fotografie meer zegt over de persoon achter de camera dan wat er voor staat.

Maar zijn we niet allemaal fotografen die door onze eigen twee lenzen naar de wereld kijken? Wat zit er achter onze camera? Hoe beelden we af wat we waarnemen? Welk verhaal vertellen we onszelf wanneer we ons in een bepaalde situatie bevinden of iemand ontmoeten?
Beginnen we met een onbeschreven blad, waarbij de situatie bepaald welke gedachten er ontstaan en dus hoe we ons voelen en ervaren wat er gebeurt? Of komt de gedachte eerst en kleurt het onze interpretatie en daaruitvolgende ervaring van wat me meemaken?

Outside-In of Inside-Out *
Over het algemeen geloven mensen dat situaties, buiten ons, aanleiding geven tot gedachten, die op hun beurt onze interpretatie bepalen van wat we zien gebeuren en de gevoelens die naar boven komen. Het lijkt een logische volgorde: zien, denken, voelen en interpreteren.

Wat nu als een gedachte er eerst is? Waarbij deze gedachte dan jouw perspectief bepaalt? Het zou vergelijkbaar zijn met de fotografen die een verhaal horen voordat ze worden blootgesteld aan de fotoshoot. De resulterende gevoelens en je ervaring met een situatie geven dus eenvoudigweg aan wat je denkt. Als dat zo is, zou het een krachtig hulpmiddel zijn. Als onze interpretatie en dus ervaring gebaseerd zijn op een gedachte, betekent dit dat het niet echt is, niet vast staat. We hebben onszelf één verhaal verteld, dat misschien zelfs niet klopt of een van de 6 of meer versies is. Dit erkennen geeft ons de ruimte om de situatie feitelijk te nemen. Bovendien schept het de vrijheid om niet te handelen naar de gedachte en de bijbehorende ervaring. Misschien openen zich wegen voor verschillende gedachten en interpretaties. Welk verhaal kies je om mee te werken voordat je het beeld in je geest beschrijft?

Ik stel voor dat je de volgende dagen het eens probeert (in plaats van het wel of niet eens met  wat er eerst komt).

In een willekeurige situatie, zeg tegen jezelf, “Wat ik ervaar in deze situatie, is gebaseerd op een gedachte.”
En zie wat het voor je doet.

 

* Terminologie van Micheal Neill.

De weg

De weg

Met veel plezier heb ik het boek De Weg van Michael Puett en Christine Gross-Loh gelezen, en herlezen. De eerste keer las het makkelijk weg; de tweede keer vielen me veel meer dingen op en werd ik herhaaldelijk aan het reflecteren gezet op een prettige manier. In het boek wordt een aantal oude Chinese filosofen beschreven. Wat blijkt nu? Zij bogen zich duizenden jaren geleden al over problemen, die vergelijkbaar zijn met de onze. Hun lessen zijn nog steeds toepasbaar en bieden alternatieve invalshoeken. Daarnaast, werkte het ontnuchterend om te beseffen dat onze 'moderne' kijk hoe we ons leven (dienen te) leven er gewoon een is uit een lange rij. De mensheid blijft er aan schaven: soms een stap vooruit, af en toe zijwaarts, en geregeld achteruit. Hebben wij onze wereld nu op de juiste manier ingericht? Of hebben we het minder begrepen dan anderen elders of voor ons? 

Confucius - alsof ritueel

De filosofen Confucius, Mencius, Lao Zi, Zhuang Zi en Xun Zi passeren de revue in het boek. Het is Confucius met zijn alsof rituelen die op mij de meeste indruk maakt.  Het betreft voornamelijk rituelen in het dagelijkse leven. Er zijn er talloze en we creëren ze zelf, al herkennen we ze niet altijd als zodanig. En om die reden beseffen we niet wat de waarde is en hoe we ze kunnen inzetten thuis of op het werk. Zo is verstoppertje spelen, waarbij de ouder zich makkelijk laat vinden, een ritueel. Het kwetsbare kind is nu sterk and wint. Het kind zal zich dit herinneren. De ouder is zich bewust van zijn stuntelige/zwakke kant en kan deze ontwikkelen, zodat hij het in een andere situatie kan gebruiken die vraagt om kwetsbaarheid. Andere voorbeelden zijn Alsjeblieft/Dank je wel zeggen, de tafel mooi dekken, therapie (binnen de spreekkamer vervul je een andere rol dan erbuiten), Sint/Kerst (motiveert tot goed gedrag / brengt familie bij elkaar), regels volgen in een debat, en je buurvrouw anders aanspreken (bijv. vragen naar haar werk ipv haar weer laten praten over haar favoriete, voor jouw saaie, onderwerp). 

"Rituelen brengen veranderingen teweeg doordat ze ons in staat stellen tijdelijk een ander persoon te worden. Ze scheppen kortstondige alternatieve werkelijkheden vanwaaruit we een klein beetje veranderd terugkomen."  Juist door de herhaling ontstaat er ruimte om nieuw (beter) gedrag te ontwikkelen.

Affirmatie

Eerst leek zo'n ritueel me wat gemaakt en dwangmatig totdat ik besefte dat het niets anders is dan een kans die je bewust creëert voor jezelf en ander(en) om anders te reageren. Tuurlijk kun je je oude, routinematige gedrag kiezen, maar waarom zou je niet bepaalde dingen anders aan pakken? Tenslotte is niets veranderlijker dan een mens. Ik vind het wel wat weg hebben van een affirmatie: bewust herhaaldelijk op een bepaalde manier een situatie aan gaan, zodat je een andere kant kunt ontplooien van jezelf. Eerst onwennig, gemaakt en je moet jezelf er toe dwingen, maar uiteindelijk merk je dat het toch wat met je doet. Louise Hay schiet me te binnen met haar suggestie om tig keer per dag voor de spiegel te gaan staan en tegen jezelf zeggen: "Ik hou van je <jouw naam>", al noemde zij het niet een ritueel.

Besluit

Wat ook tot denken aanzet is het hoofdstuk over Mencius. Volgens hem is de wereld versnipperd en chaotisch. Als we hierin geloven dan leven we anders dan wanneer we uitgaan van een stabiele, samenhangende wereld. Mencius concludeerde dat de dingen die we voor waar aannemen (bijv. over tien jaar zal de maatschappij/mijn leven er zo uitzien) dat dat juist de dingen zijn die ons beperken. Hij stelt voor om beslissingen niet te nemen op basis van ratio of intuïtie/emotionele vermogens, maar op een combinatie ervan zodat je je toekomst openlegt ipv afsluit. Het maakt dat ik nu af en toe mijn (oude) besluiten tegen het licht houd: hoe nam ik mijn beslissingen, waar ga ik van uit?

Als de wereld onvoorspelbaar is en de mens veranderlijk, dan is ieder moment een kans om de wereld beter te maken. Maar wat is beter? Iedere filosoof had daar zijn eigen gedachtes over, maar wel toepasbaar in de huidige maatschappij.

De oude Chinese filosofen hebben mij op nieuwe manieren laten kijken naar de daagse dingen.

Meetlat

Het lukt tieners keer op keer: je overduidelijk laten voelen dat je langs een ongeschikte meetlat kijkt. Logisch, ze zijn van een andere generatie. Wat voor ons normaal is, komt op hen geregeld over als onterecht of onbegrijpelijk. Wie heeft dan gelijk? Wat is gelijk hebben? Los daarvan, blijkt het ook een oefening, voor beide, in communiceren, luisteren naar de ander, en leren (inzien wanneer) water bij de wijn te doen, of voet bij stuk te houden.

Meten is niet altijd weten

We weten het allemaal: de puberteit (en de jaren erna) zijn een periode waarin zelfstandigheid toeneemt ter voorbereiding op latere leven. Het is een proces van loslaten wat er met de paplepel is ingegoten. Ook de meeste ouders valt het loslaten niet altijd makkelijk. Ergens niet raar, want het is de eerste keer. Wie leert eigenlijk het meest van het loslaat proces, de ouder(s) of de tiener? Tegelijkertijd vraag ik me af wat we loslaten: de tiener of hoe we naar de wereld kijken. En waarom hebben we geregeld moeite met het loslaten?

Ik zie om me heen dat we vaak verbaasd, boos, teleurgesteld, of geïrriteerd zijn als er bij tieners iets fout gaat. Snel laten we dan weten wat we ervan vinden, corrigeren we, of nemen het over, zoals we in de jaren ervoor (terecht) deden. We lijken het tienergedrag te meten langs een meetlat die is gevormd door onze omgang met volwassenen. Vergeleken met deze norm zijn de besluiten die tieners nemen natuurlijk al snel onverstandig. Daarnaast hebben we de neiging om te kijken naar de 20% (of soms wat meer) die misgaat en strijken daarmee ons kroost tegen de haren.

Trouwe supporter

Volgens mij vergeten we te makkelijk dat ze aan het leren zijn, omdat we de potentie in hun herkennen en graag al zien. Ze bevinden zich echter in een periode, waarin situaties hun nog niet eigen zijn. Allicht dat er dingen misgaan en valt het te verwachten dat ze verkeerde besluiten nemen. Hoe anders ontwikkelen ze de vaardigheden en doen ze ervaringen op, waar zij later, net als wij, ongemerkt elke dag op leunen? Ik denk dat als we ons perspectief (innerlijke meetlat) meegroeiend veranderen het makkelijker is om te zien wat wel goed gaat. En dit vooral met ze te delen. Het schept ruimte om te communiceren: Je zit nu in een fase die bedoeld om (steeds) zelfstandiger te handelen, te zien wat je kan en waar je nog vaardigheden kun ontwikkelen. Je zult en mag fouten maken, waardoor je je (uiteindelijk) verder kunt ontwikkelen. Mijn doel is om als trouwe, betrokken supporter rustig aan de zijlijn te staan om te helpen waar (nog) nodig. Soms ben ik wellicht iets te enthousiast en ben ik iets te fel. Vertel mij dat dan maar.